Munt

Ik sta bij de supermarkt mijn fiets vast te maken als er een oud vrouwtje naast mij wat in haar tas rommelt. Opeens kijkt ze naar mijn fiets en mompelt iets onverstaanbaars.
“Wat zegt u?” vraag ik.
“Nou, ik dacht dat er wat viel, maar ik hoorde uw kettingslot.”
“O, dat klopt, die tikte hard tegen het hekje aan. Gaat het met dat karretje? Ik denk dat u beter een ander kunt nemen, want deze wil niet echt. Wacht, ik zal u wel helpen.” Ik help haar op weg met het boodschappenwagentje. Dan valt mijn oog op een 50 cent muntstuk. Hij ligt voor het wiel van mijn fiets en ik weet zeker dat hij niet uit de tas van het oudje gevallen is. Zal ik?
“U bent lief hoor,” zegt het dametje.
Nee dus. Oprapen is geen optie. Dan eerst maar boodschappen doen en kijken of hij er op de terugweg nog ligt.