Door de overstroming in de badkamer herinner ik me opeens weer een nacht heel lang geleden.
Mijn slaapkamer grenst aan het dakluik en ik kan niet slapen door het lawaai van harde regen. Ik lig voor mijn gevoel al uren wakker en het hoost maar door. Ik weet na een tijd zeker dat het water tot minstens halverwege de eerste verdieping staat. Nog even en het water komt langs mijn raam op de tweede. Alleen zitten de gordijnen dicht dus ik weet niet wanneer. Misschien is het er al. Dan wordt ons huis zo verzwolgen. Niemand merkt het want iedereen slaapt. Behalve ik. En we mogen ook niet met de ark van Noach mee, want hij gaat al met zijn eigen familie. Die varen straks alleen langs en zwaaien nog even.
Ik houd het niet meer uit in bed en ren in de donkere gang naar mamma, die meteen wakker is en luistert naar mijn gesnik.
“Nee joh, gekkie” zegt ze, “dat gebeurt toch niet zomaar! Het water zakt gewoon in de grond en alle bomen en planten slurpen het op. Kijk maar!”
Ze schuift het gordijn opzij en ik zie in het licht van de lantaarnpaal dat ze gelijk heeft. Fiew!
leuk relaas….