“Waar is mijn oplader?”
Als ik op de standaard plekken gekeken heb, raak ik al lichtelijk in paniek. Het is nu niet het moment om de lader kwijt te zijn. Het is van cruciaal belang dat ik mobiel bereikbaar blijf. Ik doorzoek het hele huis, bel Erwin om te vragen (OK, snauwen) of hij hem toevallig in zijn rugzak of jaszak gestopt heeft en probeer me mijn bureau op mijn werk voor de geest te halen. Nee, daar ligt hij ook echt niet, want ik heb mijn bureau vandaag nog leeg moeten maken voor de schoonmaker. Maar aangezien ik de lader toch voor het laatst op mijn werk gezien heb, rijd ik erheen om te gaan kijken. Pffff… de oplader bungelt nog in het stopcontact.
Ik rijd door naar Erwin om er alsnog een heerlijk avondje van te maken. Later op de avond luister ik naar een voicmailberichtje en stop de lader alvast in het stopcontact. Maar waar is mijn telefoon nu weer? Ik graai in paniek door mijn tas. “Wat zoek je?”, vraagt Erwin. “Mijn telefoon!”
“Maar… die heb je toch aan je oor?”
Pfff… o ja.
heeeeeeel herkenbaar! zo heb ik mijn portomonaie wel eens in de douche gevonden en mn sleutels in het keukenkastje….