Jesus, you want to order?!

Wij gingen op vakantie en namen mee: één ontstoken vinger (keurig laten inpakken bij de EHBO post op Schiphol), een antibioticakuurtje voor achter de hand, wat stroopwafels om uit te delen en verder een heleboel zin.

In Bratislava treffen we Mirka en zij neemt ons ‘s avonds op sleeptouw door de stad. We maken kennis met een legioen muggen en met het begrip Slovaakse service. Tegen het eerste probleem wapenen we ons na de eerste avond/aderlating met een uiterst agressieve repellent. Geduld is de enige mogelijke reactie op de Slovaakse service. We kunnen ook wel lachen om de ober die ons met oprechte paniek in de ogen “Jesus, you want to order?!” toesnauwt, als wij een uur na aankomst toch wel een keer willen bestellen. Ook dat nog!


Mirka and Jakob

Minder enthousiast zijn we over het appartement, dat een groezelige, gammele hut blijkt. De matrassen en kussens stinken een uur in de wind en we moeten om niet te gaan kokhalzen met onze hoofden aan het voeteneinde van het bed gaan liggen…. Zegt dat genoeg?


Beste remedie tegen de stank: buiten gaan zitten.


Bratislava Hrad



WK voetbal kijken


Zlate Piesky. Die zeehond daar is Erwin 🙂

Na vier dagen Bratislava gaan we met de bus naar Banská Stiavnica. Hier wacht ons een veel aangenamer apartement, lekker koel, ruim en schoon. Alles ruikt fris, wat een verademing. We kunnen hier ook barbecueën op ons eigen terras.


Zo lijkt het nog heel wat.

Maar dit was de werkelijke oogst.

We wandelen door de bergen en horen een constant gezoem. Het hele bos gonst van de vliegbeesten die er uitzien als dikke wespen. Ze zoemen om onze oren alsof wij de snoepjes van de week zijn en we worden er allebei compleet paranoia van. Erwin is zelfs zo opgefokt dat het mij op een rare manier weer een beetje kalmeert (ik heb last van compensatiegedrag). Als we een fietser tegenkomen vraag ik hem wat die beesten zijn voor vliegen, bijen of wespen. “O yeah, the flies”, antwoordt de man laconiek. “They think you’re cows. Or horses. That’s why they follow you.” Ze schijnen wel te steken, maar je kunt ze gerust van je afslaan hoor. Na nog een paar met brandnetels overwoekerde paadjes maak ik een mental note om voortaan geen korte broek meer aan te trekken op dit soort tochten. Op de top van de berg Sitno nemen we twee grote glazen koude “Kola Loka”, dat zo smerig blijkt dat we genoodzaakt zijn om ze weg te gooien.


De enige in het hele dorp die Engels spreekt, is een jonge gast bij de Tourist Information. We gaan dan ook bijna dagelijks even langs, met uiteenlopende vragen. We horen bijvoorbeeld elk uur voordat de kerkklok het hele uur inluidt, een trompet een soort taptoe blazen. Dit was vroeger, in tijden van oorlog, bedoeld om de inwoners van de stad te laten weten dat de wachters niet in slaap gevallen waren en de stad dus nog veilig was. Het klinkt erg gezellig. Ook leuk: de radio speelt voortdurend oude nummers van o.a. Madonna, Rick Ashley en de musical Grease.


Tja, welk programma neem je dan? Ons lijkt de optie 9B wel een goeie: Farebné Normálne (normaal gekleurd, hebben we bedacht). Maar na drie uur is-ie nog niet klaar. Op goed geluk zet ik hem uit en wat blijkt: de was is ook droog! Doe ons ook zo’n Tatramat, denken wij, wasmachine en droger in één. Hij had niet zo heel goed gewassen, maar een kniesoor die daar op let. De volgende wasbeurt smeer ik gewoon wat extra handwasmiddel op de hardnekkige zones. Ditmaal komt de was er nog wat klammig uit na drie uur draaien. De derde wasbeurt valt het kwartje: de kraan zit nog dichtgedraaid.

In het open lucht mijnmuseum doen we een ondergrondse tour, met een slechts Slovaaks sprekende gids. Dat wil zeggen, een slechts Slovaaks blaffende, uiterst cranky gids, die zich duidelijk geen raad weet als ik wat probeer te vragen in elke mogelijke taal, inclusief handen- en voetenwerk. Hij buldert steevast wat onbegrijpelijks terug en richt zich dan zo snel mogelijk weer op zijn eigen volk.

In Wenen wanen wij ons pas weer in de bewoonde wereld, waar we met mensen kunnen communiceren. Ik ben zelfs zo enthousiast dat ik mijn gebruikelijke Engels welwillend inruil voor een steenkolen Duits. “Dürfen wir hier vielleicht ohne Flasche fotografieren?” vraag ik argeloos en ik begrijp pas wat er mis ging als de suppoost glimlachend zelf het woord Blitz introduceert. Oeps. Gelukkig is de Prunksaal van de bibliotheek ook zonder fles een plaatje.


We eten ijs in Tichy, een ijssalon uit de jaren ’50 met bijbehorende serveersters die er waarschijnlijk al sinds de opening werken. Ook mag een stuk Sachertorte niet ontbreken, al rekenen we hiervoor een bedrag af waar we in Bratislava nog van uit eten konden. Waar we daar voor 90 cent een volle bel wijn hadden, kost een colaatje hier 3,90 en een beschaafd stukje taart 4,90.

We zwemmen in het Amalienbad, vlakbij ons appartement, een prachtig Jugendstil zwembad.


(rechterfoto niet zelf genomen)

Je kunt goed fietsen in Wenen, er zijn overal fietspaden. Maar de metro is helemaal fijn hier. Desondanks lopen we wat af en moeten we af en toe verkoeling zoeken.




Secession met binnen het beroemde Beethovenfries van Klimt.

Het gezellige Museumsquartier

Jugendstil metrohalte

Amerlingsbeisl

Hundertwasserhaus. In Kunsthaus Wien is een mooie Hundertwasser tentoonstelling.

4 Replies to “Jesus, you want to order?!”

  1. Grappig verslagje, ik moest een paar keer echt om lachen! Maar jullie hebben het wel leuk gehad? Ik bedoel ondanks slechte service, stank, vliegen/wespen, niemand die Engels spreekt, vieze Kola, etc? 🙂 Ach Oost Europa, hé? 😉 Ik weet er alles van!

  2. blijft leuk jullie verhalen!!! compensatiegedrag heb ik al 2,5 week trouwens ;-P

  3. Wat een leuk verslag van jullie vakantie! Erg leuk om te lezen, ook de stukjes over wasmachines, vliegen en blaffende tourleiders 🙂

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *