Net wakker en nog loom van mijn middagdutje op de bank zet ik de tv aan. Carlo en Irene kwetteren de huiskamer binnen. Waar halen die mensen toch de energie vandaan om daar in zo’n studio op zondagavond nog vol enthousiasme een programma in elkaar te draaien? Voelen zij zich echt zo opgewekt of hebben ze zich voor de uitzending flink moeten oppeppen? En al die gasten, hebben zij zich moed ingesproken toen zij vanmiddag de deur uitgingen? Of vinden zij het niet meer dan normaal om ‘s avonds gewoon door te gaan?
Mijn dagen eindigen rond vijf uur. Doordeweeks rijd ik dan naar huis, nog even koken en afwassen maar eigenlijk kom ik nauwelijks nog van de bank af. Ik moet er niet aan denken om nog een actief programma af te werken. Moe en lusteloos ben ik, en eenmaal thuis is weer moeten uitrukken het laatste waar ik zin in heb. Ik zie op tegen elke afspraak, al weet ik dat het leuk gaat worden als ik er eenmaal ben. Waarom leer ik daar niet van? Waarom kan ik me dan de volgende keer niet gewoon verheugen op wat komen gaat?
Hoe doen mensen dat, de avond als een compleet losstaand dagdeel invullen? Ik zou zo graag mijn passiviteit van me afschudden. Er zou zoveel vrije tijd beschikbaar komen, die ik naar hartelust in zou kleuren met leven! Maar ik kan het niet opbrengen.
De huismus heeft me in zijn greep.
Huismussen is soms ZO lekker.
Heb ik ook, ik ben BEKAF als ik thuis kom. Ik wil helemaal niets meer doen en niemand zien. Vervolgens vind ik mezelf dan weer zo zielig dat ik geen sociaal en actief leven heb…