80s

Back in the 80s when I was in primary school, I never wanted to become a nurse or a teacher, no, I were to be a pharmacist. Not a bad choice as later on I would show a real interest in scientific studies. But my view on pharmacy did not involve any science or medicine at the time. I only wanted to brew potions (I couldn’t care less about pills). I made these very colourful mixtures by leaking the fillings of markers into a glass of water. The markers never survived but I had so much fun watching the colours drip, curl, make the most beautiful patterns and blend in eventually.
So I guess I chose the right carrier after all, as a designer I can play with colours every day.
For this Illustration Friday I got out the markers and got my hands dirty again. How I loved it.

(click for more Illustration Friday)

Dorpje

Onder hele hoge bomen,
in een gróót kabouterbos.
Staat een heel klein aardig huisje,
zo maar midden op het mos.
Ik zou er graag in willen wonen,
maar ik ben toch veel te groot.
‘t is het huis van de kabouters,
Mutsjes blauw en jasjes rood.

Als het avond is geworden,
is dat helemaal niet naar.
Want dan zitten de kabouters,
heel gezellig bij elkaar.
Want ze zitten op een stoeltje,
met een kaarsje in de hand.
Ja dan is het zo gezellig
in kaboutersprookjesland.

Bis!

Even dacht ik dat ik ze kwijt was. Maar ik had ze waarschijnlijk al eens uit schaamte uit mijn collectie cassettebandjes verwijderd en naar hun schuilplaats gebracht.
Maar goed, nu ik toegeef dat ik geen MP3-speler heb, geen iPod en eerlijk gezegd niet eens een discman, en nu ik opbiecht dat ik in 2000 nog een nieuwe walkman kreeg omdat ik nou eenmaal meer bandjes dan cd’s had, kan ik gewoon de schijn niet meer ophouden.
Ik beken: ik ben niet hip.
Nu dat eruit is, kan ik deze bandjes met een gerust hart weer eens in de auto gaan luisteren!
(o.a. Frizzle Sizzle, M.C. Hammer, Milli Vanilli en een paar legendarische “leuke liedjes” bandjes, met een samengesteld oeuvre rechtstreeks van de radio opgenomen. Ik weet nog precies op welk moment de dj er doorheen gaat praten en wat hij dan zegt.)

Nagels

Waarschijnlijk valt dit stukje in de categorie “wat je eigenlijk echt helemaal niet wilt weten”, maar evengoed hier mijn verhaal.
Ik scheur nagels. Niet obsessief of heel diep mijn vel in, maar keurig kort, meer als makkelijk alternatief voor knippen. Ik doe dit al sinds ik me kan herinneren.
Op een dag heel lang geleden vond mijn moeder een nagel op haar bed.
“WIE heeft dit gedaan?!” Ik was me van geen kwaad bewust en zag dat de nagel gelukkig te groot was om van mijn kinderhandjes afkomstig te zijn. Maar daar nam mijn moeder geen genoegen mee. Als prins op zoek naar de voet die in het glazen muiltje zou passen, ging ze alle nagels van de familie langs. Tot mijn afschuw was de grote teen van Assepoester van mij!
Sindsdien scheur ik mijn nagels, eenmaal afgebeten, altijd nog een keer doormidden voordat ik ze weggooi. Okee, een CSI zou niet onder de indruk zijn. Maar het zet je toch even op een verkeerd spoor.

Sticky

Just before my mum’s birthday my dad would gather my sister and me for a secret wrapping conspiracy. Whilst my dad was cutting the paper, we were in charge of the sticky tape. The game was to keep just enough stock of pre-cut tapes ready for my dad to use when needed.
At this meetings we would also discuss who was going to give which present and in what order we’d bring them out.
It could never have taken that long, but in my memory we spent hours doing this each year and I always loved these wrapping sessions.

I used the fabulous torn tape brushes from 555 design for this Illustration Friday

(click for more Illustration Friday)

Plukjes vos

Bij gebrek aan een goede kapper met inzicht, knip ik mijn haar meestal zelf. Of eigenlijk, ik snij het zelf. Met een chirurgenmesje. Toen ik nog thuis woonde en ik een tijd lang mijn haar rood verfde, merkte mijn moeder na een knipbeurt vaak op dat ze weer plukjes vos in de prullenbak aangetroffen had. Daar denk ik nog altijd aan als ik weer een complete pruik van mijn haar heb afgesneden.
Maar aangezien ik zelf niet voor kapper gestudeerd heb, is er in het restant op mijn hoofd totaal geen model te ontdekken. Ik voel simpelweg met mijn hand waar mijn haar te zwaar is, en haal daar het overschot aan plukken weg. Geen wonder dat ik altijd na een tijdje weer behoefte krijg aan een vakman, die na de nodige berispingen een soort van model op mijn hoofd tovert. Waar ik dan weer een tijdje mee uit de voeten kan als amateur bijknipper.
Geen van de uitgeteste kappers had echter tot nu toe een creatief idee om eens wat heel anders met mijn kapsel te doen. Ik geef ze namelijk altijd totaal de vrije hand en iedere keer knippen ze mijn haar toch weer nagenoeg hetzelfde. Dat kan natuurlijk ook betekenen dat ik mijn ultieme kapsel al bereikt heb, en dat niks anders beter bij mijn hoofd past. Maar ik ben toch altijd weer een beetje teleurgesteld en neem dan de keer erna weer een kapper van een ander merk.
Vandaag besloot ik de kapsalon op 2 straten bij mij vandaan te proberen, misschien lag de schat al die tijd al voor het oprapen! Maar vanaf de straat kon ik door het raam al de donkerbruine lipliner van de ene en de blonde permanent van de andere dame waarnemen en keerde meteen huiswaarts.
Okee, misschien hadden zij iets geheel anders dan gewend kunnen knippen. Maar dan hou ik het geloof ik toch liever bij het oude.

Van te hete kip naar een lekkende prullenbak

Mijn lieve ouders vriezen voor mij altijd de porties eten in die ze over hebben, zodat ik af en toe lekker niet hoef te koken. De bakjes zijn keurig voorzien van etiket met daarop inhoud en datum van invriezen. Meestal zijn het complete maaltijden, maar soms ook losse ingrediënten. Vandaag had ik mijn zinnen gezet op dit bakje. Ik was nog gewaarschuwd:

Helemaal waar. Ik ben nog steeds aan het nablussen.

Toch was dit niet het allerscherpst dat ik ooit gegeten heb. Met stip op de eerste plaats staat nog steeds het broodje tonijn met harissa in Tunesië. Het zweet gutste mijn zus en mij van het hoofd tijdens het eten van dit broodje aan het strand in de brandende zon. We hadden het niet meer van de hitte en van de slappe lach!

Vanuit deze herinnering beland ik bij de gedachte aan het allerVIESte dat ik ooit gegeten heb. Of eigenlijk gedronken. Ook dit heb ik namelijk met mijn zus op vakantie beleefd. Dit keer in Turkije op een busstation. Dat we er drinken aangeboden kregen, waren we inmiddels wel gewend. Maar tot nu toe was het thee geweest. Ditmaal kwam een vriendelijke man aan met een “lekker fris” drankje dat we echt eens moesten proeven. Hij had voor ieder een Ayran gehaald:
VIES!!!
Ayran is een soort zure, verdunde yoghurt met zout erin. Het was walgelijk. Verwoede pogingen om het spul uit beleefdheid op te drinken, mislukten jammerlijk. Pitti zag de prullenbak als eerste. Toen de man op zo’n afstand was dat hij de inhoud van onze bekers niet meer kon zien, namen we ieder nog nepslok, glimlachten de man vriendelijk toe dat we het op hadden en gooiden onze bekertjes in de prullenbak. Alleen: de prullenbak lekte.
We waren verraden.

Wat is het smerigste dat jij ooit gegeten hebt?

Hittebestendig

Vroeger was ik niet zo’n zonaanbidder. In de zomer haalden wij het niet in ons hoofd om buiten te spelen. Veel te heet. Terwijl mijn ouders in de tuin zaten, mamma in de zon en pappa in de schaduw, speelden mijn zus en ik boven op onze kamers. Of we verveelden ons te pletter boven op onze kamers. Pas rond oktober waagden wij ons weer de frisse buitenlucht in. Elk normaal denkend mens verklaarde ons voor gek.
Tegenwoordig kan ik de zon veel beter hebben. Mijn witte vel protesteert nog steeds, en ik moet altijd erg oppassen voor een zonnesteek, maar ik popel met dit weer elke dag om naar buiten te mogen, lekker de warmte in. Ik voel me minder moe en vind de zon heerlijk, vooral in combinatie met een licht briesje zoals vandaag.
Helaas overleven mijn bananen het niet in deze temperaturen. En wat er ook veranderd is, bruine bananen vind ik nog steeds vies!

Vennenbos

Op vakantie was vroeger nooit echt een doorslaand succes. Wat mijn ouders ook verzonnen om ons een plezier te doen, echt enthousiast waren mijn zus en ik nooit te krijgen. We wilden gewoon het liefst weer naar huis. Nu schaam ik me diep voor die ondankbaarheid, maar blijkbaar moesten we het genieten van een vakantie toen nog leren.
Uitzondering op de regel is het Vennenbos. Aan het Vennenbos, toen nog van Center Parcs, nu van Landal, heb ik alleen maar goede herinneringen. Toegegeven, veel concrete herinneringen heb ik er niet meer aan, daarvoor is het te lang geleden, maar een warme glimlach borrelt toch meteen naar boven. Het stikte er van de eekhoorntjes, dat weet ik nog wel. En het rook er lekker naar bos. Als stadskind was dat natuurlijk al een belevenis op zich.
Nu is mijn zus met haar gezin een midweek naar het Vennenbos. Ik hoop dat mijn neefje het er net zo fijn heeft als wij het er vroeger hadden. En dat hij de eekhoorntjes de groeten doet.